Scroll To Top

Hof van Justitie in VG Bild-Kunst: ‘framed hyperlinking’ niet toegestaan bij beperkende maatregelen door rechthebbende

CURIA - Documents (europa.eu)

Het is alweer 7 jaar geleden dat het Europese Hof in het baanbrekende Svensson-arrest oordeelde dat het ‘linken’ naar een met toestemming van de rechthebbende op een website geplaatst vrij toegankelijk werk, is toegestaan. Het hyperlinken is dan geen auteursrechtelijk relevante handeling (‘mededeling aan het publiek’). 

Iets recenter (Spiegel Online, 2019) benadrukte het Hof nog eens dat het gebruik van hyperlinks bijdraagt aan de goede werking van het internet, “dat van bijzonder belang is voor de door art. 11 Handvest gewaarborgde vrijheid van meningsuiting en de informatievrijheid”. Kort gezegd: het Hof vindt het belangrijk dat men zonder al te veel (auteursrechtelijke) belemmeringen kan hyperlinken. 

Maar hoe zit het nu als de rechthebbende een derde een licentie heeft verleend om zijn beschermde werk op een website openbaar te maken, doch onder de beperkende voorwaarde dat er door de licentienemer technische maatregelen worden genomen ter voorkoming van ‘framed linking’ (techniek die erin bestaat dat een pagina van een website in meerdere kaders wordt verdeeld waarbij in één van die kaders via een aanklikbare link of een geïntegreerde link een element zichtbaar wordt dat van een andere site afkomstig iszodat voor de gebruikers van die website verborgen blijft uit welke omgeving dat element afkomstig is) door andere internetgebruikers?    

In dat geval leidt de toepassing van ‘Svensson’ tot een andere uitkomst, oordeelde het Hof gisteren in zijn uitspraak (CURIA - Documents (europa.eu)) in het geschil tussen VG Bild-Kunst (de Duitse ‘Pictoright’) en SPK, de beheerder van de Deutsche Digitale Bibliothek. Het oordeel in Svensson dat men vrijelijk mocht hyperlinken berustte immers op de feitelijke vaststelling dat voor de toegang tot de betrokken werken op de oorspronkelijke website geen enkele beperkende maatregel werd gehanteerd (VG Bild-Kunst, punt 37).

Wanneer de rechthebbende aan zijn licentienemer heeft verplicht doeltreffende technische voorzieningen te treffen en deze voorzieningen worden door een andere internetgebruiker omzeild (doordat deze gebruiker op eigen website toch door middel van een framed hyperlink ‘linkt’ naar het werk op de website van de licentienemer), is er dus wél sprake van een mededeling aan het publiek door de ‘linkende’ partij en dus van een inbreuk op het auteursrecht van de rechthebbende (punt 43, 55). 

Het tegenovergestelde oordeel zou ‘erop neerkomen dat een regel van uitputting van het recht van mededeling wordt aanvaard’ (punt 52) en bovendien indruisen tegen het ‘juiste evenwicht dat moet worden gewaarborgd’ tussen de informatievrijheid en het belang van rechthebbenden bij de bescherming van hun intellectuele eigendom (art. 17 lid 2 Handvest) (punt 54), aldus het Hof.    

Het arrest bevat naast bovenstaand oordeel overigens meerdere interessante overwegingen, bijvoorbeeld de vaststelling ter zake van het gebruik van ‘thumbnails’ (zoals de Deutsche Digitale Bibliothek dat doet op haar website, zie hieronder) dat: “de wijziging van de omvang van de betrokken werken niet van belang [is] voor de vraag of er sprake is van een handeling bestaande in een mededeling aan het publiek, zolang de originele elementen van die werken herkenbaar zijn [..]”.

Auteur: Corstiaan Kan
Datum: 10 maart 2021